Extra bomen en het creëren van ruimte voor open water vormen de ruggengraat van een plan om in steden toe te passen.
Bomen in de stad verfrissen de omgeving op twee manieren: ze bieden schaduwplekken en dus bescherming tegen de straling van de zon, en daarnaast verdampen ze ook water waardoor ze de omgeving verkoelen.
“In de open ruimte, in villawijken in het groen en in bos- en natuurgebieden blijft de temperatuur nog redelijk binnen de perken. Maar door de verharding en het gebrek aan groen en water in sommige stadsdelen wordt de warmte tijdens een hittegolf in steen, beton en roofing opgeslagen, en daar zeer lang vastgehouden.”
Het gevolg daarvan is dat er een groot temperatuurverschil ontstaat tussen de hitte-eilanden in de stad en het groenere buitengebied. En terwijl het ‘s nachts op het platteland afkoelt, blijft het verstikkend warm in de hitte-eilanden van de stad.
Op het platteland gebeurt dit zo goed als automatisch. In tegenstelling van de stad. De bomen zorgen voor koeling. De regen verdwijnt in de grond en de planten, struiken en bomen nemen het water op en verdampen dit op hun beurt weer. Een natuurlijke cyclus zoals het hoort.
Laten we daarom beter omgaan met het groen in de steden en zorgen dat hier meer van komt. Geen tuinen meer bestraten en zorgen dat er weer een gewone heg tussen de buren komt te staan in plaats van hoge muren van hout en steen.